Wat doet een verloskundige?

4 minuten leesplezier

De geboorte van een kind vindt doorgaans plaats in het ziekenhuis. Hier is een verloskundige aanwezig voor de ondersteuning van de aanstaande moeder. Over deze functie, namelijk die van een verloskundige, horen we niet zoveel. De rol van deze, in de meeste gevallen, medewerkster van het ziekenhuis rondom de geboorte is evenwel aanzienlijk. Wat doet een verloskundige precies en waarom is dit een onmisbaar beroep binnen de gezondheidszorg? 

De rol van een verloskundige

Een verloskundige is de persoon die de aanstaande moeder ondersteunt voorafgaand, tijdens en na de bevalling. In die rol probeert men het de moeder zo voorspoedig mogelijk te maken, en tegelijk is het de bedoeling om de bevalling snel en zoveel mogelijk pijnloos te laten verlopen. Een verloskundige is in de fase tussen zwangerschap en ‘officieel moederschap’ essentieel om alles rondom een bevalling optimaal te laten verlopen. De werkzaamheden van een verloskundige zijn verdeeld in drie fasen: prenatale zorg, natale zorg en postnatale zorg. Wat bedoelt men hiermee?

Prenatale zorg 

De fase van prenatale zorg duurt soms tot enkele maanden. In deze periode worden allerlei fasen doorlopen. Zo wordt de natuurlijke groei van de foetus bijgehouden, onder meer door het checken van de baarmoeder, en tegelijk ontvangen de aanstaande ouders informatie omtrent het proces van bevallen. Ook wordt informatie gedeeld over zorg, voeding en opvoedkundige kwesties. Daarnaast zullen in de periode richting de bevalling periodiek poliklinische spreekuren worden ingepland. Diverse metingen worden uitgevoerd om ervoor te zorgen dat het kind gezond en wel ter aarde komt. Bij eventuele afwijkingen of te verwachten complicaties aangaande de baby worden de ouders op de hoogte gebracht door de verloskundige, waar dit ook gevolgen kan hebben voor de latere eerste- of tweedelijnszorg. De prenatale zorg is daarmee een aanzienlijk en belangrijk onderdeel van de zwangerschap van de aanstaande moeder. 

het bijzondere werk van een verloskundige

Natale zorg 

De natale zorg speelt zich af vlak voor, tijdens en na de bevalling. Natale staat voor geboortedag, en het gaat dan ook om alle zorg die op de dag van de bevalling wordt gegeven. Er wordt een begin vastgesteld waarop de bevalling van start gaat, de hartslag van de baby wordt doorlopend gecontroleerd en er vindt ondersteuning plaats bij de weeën voorafgaand aan de bevalling. De moeder wordt gecontroleerd op bloedverlies en de ontsluiting. Bij complicaties rondom de bevalling is de verloskundige verantwoordelijk voor ingrijpen en de hulp inroepen van een gynaecoloog. Bij een goede bevalling is de natale zorg ten einde, en gaat de verloskundige over op postnatale zorg.

Postnatale zorg

Tijdens de postnatale zorg wordt de baby onderzocht op eventuele afwijkingen in bijvoorbeeld de hartslag of ademhaling. Ook worden de ouders ondersteund met nazorg en voorlichting over het eerste contact met de pasgeboren baby. De postnatale zorg komt circa zes weken na de geboorte ten einde met een laatste check op de gesteldheid van de baby en moeder. 

Een belangrijke rol 

De verloskundige speelt een belangrijke rol in de fase van zwangerschap en de geboorte van het kind. Als verloskundige kan je actief zijn op twee lijnen, afhankelijk van de situatie waarin de moeder en het kind zich bevinden rondom de zwangerschap: eerste- en tweedelijnszorg. 

Eerstelijnszorg: geen complicaties  

Wanneer er geen bijzonderheden optreden rondom de zwangerschap, dan is eerstelijnszorg voldoende. De eerstelijnszorg wordt vaak uitgevoerd in een samenwerking tussen verloskunde en de huisarts die hierin ook een rol van betekenis speelt. Waar mogelijk kan de bevalling onder de omstandigheden van eerstelijnszorg ook thuis plaatsvinden, dan wel in een regulier geboortecentrum. De verloskundige is hierbij aanwezig. 

Tweedelijnszorg: risico op complicaties 

Mocht tijdens de prenatale zorgfase worden vastgesteld dat er een verhoogd risico op complicaties is, dan zal worden gekozen voor tweedelijnszorg. In dit geval vindt de bevalling altijd plaats in het ziekenhuis, onder toezicht van een klinisch verloskundige en gynaecoloog. Mocht tweedelijnszorg nodig zijn, dan is dit overigens nog geen reden om daadwerkelijk complicaties te verwachten. In de meeste gevallen verloopt de bevalling alsnog zonder problemen. Het extra toezicht is bedoeld om de bevalling actiever bij te wonen en risico’s uit te sluiten. 

Werken als verloskundige 

Om te kunnen werken als verloskundige in Amsterdam moet je de Hbo-opleiding Verloskunde hebben gevolgd. Hierbij komen zaken als fysiologie, anatomie en kindergeneeskunde aan bod. Nadat je bent geslaagd beschik je over de Bachelor of Midwifery. Je kunt hierna nog verder studeren, om bijvoorbeeld verder te leren voor klinisch verloskundige aan de Universiteit. Als niet-klinisch verloskundige kom je te werken in een geboortecentrum, terwijl je als klinisch verloskundige aan de slag gaat in het ziekenhuis, de polikliniek of de verloskamer. Je hebt hierbij extra verantwoordelijkheden, met name rondom de geboorte.